Statuten Veerse ruiters
Artikel 1
Naam, zetel en duur
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid draagt de naam:
Veerse ruiters
en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: de vereniging.
2. De zetel van de vereniging is gevestigd in de gemeente Veere.
3. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
4. De rechtsvoorganger Paardensportvereniging Oranjezon is ontstaan op negen
augustus negentienhonderd tweeënvijftig. De rechtsvoorganger Landelijke
Rijvereniging en Ponyclub "De Gouwe Reijers" is opgericht op éénendertig maart
negentienhonderd zevenenzestig. Als oprichtingsdatum van de vereniging wordt
gehanteerd de ontstaansdatum van de oudste rechtsvoorganger van de
vereniging, dus negen augustus negentienhonderd tweeënvijftig.
5. Het bestuur en de algemene vergadering zijn organen van de vereniging, alsmede
die instanties en personen aan wie krachtens de statuten beslissingsbevoegdheid
is toegekend.
Artikel 2
Doel
1. De vereniging stelt zich ten doel:
a. het verkrijgen en behouden van het lidmaatschap van de vereniging met
volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke Nederlandse Hippische
Sportfederatie, statutair gevestigd te Utrecht, thans met adres: De Beek 125,
3852 PL Ermelo, ingeschreven in het handelsregister onder nummer
40094448 (hierna aan te duiden als: KNHS);
b. het (doen) beoefenen van de paarden- of ponysport in al zijn
verschijningsvormen, met uitzondering van de draf- en rensport;
c. het bevorderen van de paarden- en ponysport en de gezondheid en het
welzijn van paarden en pony’s in Nederland in de ruimste zin
van het woord
en rekening houdend met de vastgestelde gedragscodes;
d. het bevorderen van de belangen van de leden.
2. De vereniging zal haar doelstelling realiseren op een wijze die in de statuten en
reglementen van de KNHS is toegestaan. De vereniging zal geen lid worden van
een vereniging of samenwerken met een organisatie die niet door de KNHS is
erkend.
Artikel 3
KNHS
1. De vereniging en de leden zijn lid van de KNHS.
2. Een lid van de vereniging kan alleen lid zijn van de vereniging indien en zolang hij
lid is van de KNHS. Indien de KNHS het lidmaatschap van het lid beëindigt, is de
vereniging gehouden het lidmaatschap van het lid door opzegging met
onmiddellijke ingang te beëindigen. Indien het lid zelf zijn lidmaatschap van de
vereniging door opzegging beëindigt, eindigt daardoor tevens zijn lidmaatschap
van de KNHS, tenzij het lid aansluitend uit andere hoofde lid blijft van de KNHS.
3. De vereniging is verplicht binnen een maand na aanmelding bij de vereniging een
door de vereniging toe te laten lid schriftelijk aan de KNHS op te geven.
4. De vereniging en de leden ressorteren onder de regio(vereniging) die het
Federatiebestuur van de KNHS heeft aangewezen. De vereniging is in de
algemene vergadering van de regio (regiovergadering) vertegenwoordigd door een
afgevaardigde die door de algemene vergadering van de vereniging wordt
gekozen en benoemd.
5. Op de vereniging en de leden zijn van toepassing:
a. de statuten, reglementen en besluiten van de KNHS;
b. de statuten, reglementen en besluiten van de Fédération Equestre
Internationale, gevestigd in Zwitserland te 1006 Lausanne, HM King
Hussein I Building, Chemin de la Joliette 8 (hierna aan te duiden als: FEI).
6. Indien de vereniging of een lid van de vereniging in strijd handelt met het bepaalde
in lid 5 kan de overtreding worden bestraft door het Tuchtcollege en in beroep door
de Raad van Appèl van de KNHS overeenkomstig het bepaalde in het
Tuchtreglement van de KNHS. Indien in strijd wordt gehandeld met het bepaalde
in lid 6 onder b. kan de overtreding tevens worden bestraft door een orgaan van de
FEI.
7. De KNHS kan in naam van de vereniging of van een lid rechten bedingen. Tenzij
een lid zich daartegen verzet kan de KNHS voor de vereniging of een lid nakoming
van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen. De KNHS kan bovendien
ten laste van de vereniging of een lid verplichtingen aangaan. Tot deze
verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van
verplichtingen welke de KNHS is aangegaan met betrekking tot sponsoring en de
rechten van televisieregistraties en televisie-uitzendingen.
Artikel 4
Leden
1. Leden van de vereniging zijn natuurlijke personen. Leden, die de leeftijd van 18
jaar nog niet hebben bereikt, worden vertegenwoordigd door één der ouders of
wettelijke vertegenwoordiger. Een lid kan slechts tot het lidmaatschap worden
toegelaten indien hij tevens als lid tot de KNHS wordt toegelaten, tenzij het lid
reeds uit andere hoofde lid is van de KNHS.
2. De toelating tot de vereniging kan nader worden geregeld in een reglement.
3. Het bestuur houdt een register van leden bij. In het register worden alleen die
gegevens bijgehouden welke voor het realiseren van het doel van de vereniging
noodzakelijk zijn.
4. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich
voor de vereniging zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predicaat 'erelid' verlenen.
5. De vereniging kent donateurs die de vereniging financieel ondersteunen. Het
bestuur beslist over de toelating van donateurs.
Artikel 5
Algemene rechten en verplichtingen
1. Leden van de vereniging zijn verplicht:
a. de statuten en reglementen van de vereniging en de besluiten van organen
van de vereniging na te leven;
b. de statuten, reglementen en besluiten van de KNHS, de regiovereniging en
van de FEI na te leven;
c. de belangen van de vereniging of van de paardensport in het algemeen te
bevorderen en deze niet te schaden;
d. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam of ten behoeve van de
leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te
aanvaarden en na te komen.
2. Indien de statuten, een reglement of een besluit van de vereniging wordt
overtreden, kan het bestuur een passende straf opleggen. Indien de overtreding
betrekking heeft op het bepaalde in lid 1 onder b. is het bepaalde in artikel 3 lid 6
van toepassing. Is een overtreding zowel door de vereniging als door de KNHS of
FEI strafbaar gesteld, dan kan elk met inachtneming van de eigen toepasselijke
regels tot bestraffing overgaan.
3. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij
reglement of bij besluit van een orgaan van de vereniging.
4. De vereniging kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij een lid zich
daartegen verzet, kan de vereniging voor een lid nakoming van bedongen rechten
en schadevergoeding vorderen. De vereniging kan bovendien ten laste van de
leden verplichtingen aangaan.
5. Indien een lid niet tijdig aan zijn financiële verplichtingen tegenover de vereniging
heeft voldaan, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de
wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke nadat
het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het desbetreffende lid
behalve de wettelijke rente ook vijftien procent (15%) aan buitengerechtelijke
kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Volhardt het lid in diens
verzuim, dan is het lid naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook
alle redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de vereniging door een
advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders
beslist.
6. Leden zijn verplicht de gezondheid en het welzijn van aan wedstrijden
deelnemende paarden te bevorderen, alsook te bevorderen dat aan wedstrijden
deelnemende leden zich zoveel mogelijk onder gelijkwaardige omstandigheden
met elkaar kunnen meten, waarbij noch voorafgaand noch tijdens een wedstrijd de
door een deelnemend lid of diens paard te verrichten prestatie opzettelijk of
onbewust mag worden beïnvloed door het gebruik of het toedienen van verboden
middelen, als bedoeld in het Humaan Dopingreglement van de KNHS en in het
Reglement Ongeoorloofde Middelen voor het paard. Het gebruik of doen
gebruiken van verboden middelen is strafbaar.
Artikel 6
Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt door het overlijden van het lid,
alsmede door opzegging of royement door de vereniging of opzegging door het
verenigingslid.
2. Een lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar van de
vereniging.
Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen
een maand nadat:
a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een
andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de vereniging;
b. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn
beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de
opzegging niet op hem van toepassing is. Het lidmaatschap kan niet met
onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten
en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een
verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door
opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het
lidmaatschap te laten voortduren.
3. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. De vereniging kan het
lidmaatschap opzeggen tegen het einde van zijn boekjaar. Opzegging door de
vereniging kan geschieden wanneer:
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet of niet tijdig nakomt,
waaronder begrepen het niet nakomen van financiële verplichtingen tegenover
de vereniging;
b. het lid de belangen van de vereniging of van de paardensport schaadt;
c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap
stellen;
d. de KNHS het lid het lidmaatschap opzegt.
Voorts kan de vereniging het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door
opzegging doen beëindigen indien redelijkerwijs van de vereniging niet kan
worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren of indien de KNHS het lid
het lidmaatschap opzegt.
4. Elke opzegging tegen het einde van het boekjaar geschiedt met inachtneming van
een opzeggingstermijn van vier weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de
opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met
onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst
toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het
lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn
verplichtingen nakomen.
5. Het bestuur is bevoegd een lid te ontzetten uit diens lidmaatschap (royement)
wanneer het lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen of
besluiten van de vereniging of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het
besluit tot royement wordt zo spoedig mogelijk door het bestuur aan het lid en aan
het Federatiebestuur van de KNHS schriftelijk meegedeeld. Het lid kan binnen een
maand na ontvangst van die mededeling in beroep gaan bij de algemene
vergadering van de vereniging. Gedurende de beroepstermijn en hangende het
beroep is het lid geschorst. Tijdens zijn schorsing is het lid gehouden zijn
verplichtingen na te komen en worden zijn rechten opgeschort, met uitzondering
van het recht zich te verdedigen.
6. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog
lid zolang hij niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de
vereniging, of zolang een aangelegenheid waarbij hij is betrokken niet is
afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen.
Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
Artikel 7
Straffen
1. Het bestuur is bevoegd een lid te bestraffen dat in strijd heeft gehandeld met het
bepaalde in artikel 5.
2. Het bestuur kan als straf opleggen:
a. een berisping;
b. de diskwalificatie;
c. het te voet stellen;
d. het uitsluiten van deelname aan activiteiten van de vereniging;
e. het ontzeggen van het recht om één of meer in de straf genoemde functies
voor een in de straf genoemde termijn in de vereniging uit te oefenen;
f. schorsing;
g. royement.
3. Een berisping, de schorsing en het royement kunnen niet tezamen met een andere
straf worden opgelegd.
4. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd.
Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap
verbonden rechten niet worden uitgeoefend, met uitzondering van het recht om in
beroep te gaan. Tijdens een schorsing kan de betrokkene niet aan wedstrijden
deelnemen, noch enige functie in de vereniging uitoefenen.
5. Een straf wordt schriftelijk aan het lid medegedeeld. In spoedeisende geval kan de
straf voordien mondeling aan het lid worden medegedeeld. Een straf wordt in de
officiële mededelingen gepubliceerd of rondschrijvend meegedeeld.
6. Van een door het bestuur opgelegde straf kan de betrokkene binnen veertien
dagen na de datum van oplegging van de straf in beroep gaan bij de algemene
vergadering. Het beroep schort de ten uitvoerlegging van de straf op totdat de
algemene vergadering heeft beslist.
Artikel 8
Het bestuur
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie meerderjarige personen. De algemene
vergadering stelt het aantal bestuursleden vast. Het lidmaatschap van het bestuur
is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de kascommissie.
2. Het bestuur kent, indien het uit ten minste zeven meerderjarige personen bestaat,
een dagelijks bestuur bestaande uit de voorzitter, de vicevoorzitter, de secretaris
en de penningmeester. De voorzitter wordt in functie benoemd.
3. Het bestuur of ten minste drie leden kunnen kandidaten stellen tot de datum
waarop de agenda voor de algemene vergadering wordt verzonden.
4. Bestuursleden worden benoemd voor de duur van drie jaar en kunnen aansluitend
worden herbenoemd.
5. Bestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het
eind van de algemene vergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt. In
een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk op de eerstvolgende algemene
vergadering voorzien.
6. Na de benoeming van bestuursleden worden de taken van ieder bestuurslid
vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bestuurslid is
tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak.
Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer
bestuursleden behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van
een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is
geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
7. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde met een
twee derden meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen door de algemene
vergadering worden ontslagen of geschorst. Behalve wanneer de schorsing eindigt
door een besluit tot ontslag, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door
een besluit tot opheffing van de schorsing.
8. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken en
door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming. Voorts eindigt het
lidmaatschap van het bestuur door benoeming tot lid van de kascommissie van de
vereniging.
Artikel 9
Taken en bevoegdheden bestuur
1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bestuur belast met het besturen van de
vereniging.
2. Het bestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen
van zijn taken door commissies of personen doen uitvoeren.
3. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur
bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering
bijeen te roepen om in de vacature(s) te voorzien.
4. Het bestuur ziet in de vereniging toe op het naleven van de statuten, reglementen
en besluiten van zowel de vereniging als van de KNHS, de regiovereniging en van
de FEI. Indien de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging niet in een
situatie in de vereniging voorzien, beslist het bestuur welk besluit van kracht blijft
totdat de algemene vergadering anders heeft beslist.
5. Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring door de algemene vergadering
bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het
vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van
overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk
medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot
zekerheidstelling voor en schuld van een ander verbindt.
Artikel 10
Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
2. De vereniging wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende
leden van het bestuur.
3. Het bestuur of de twee gezamenlijk handelende bestuursleden kunnen een lid of
een derde schriftelijk machtigen om de vereniging te vertegenwoordigen in de
gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van de twee gezamenlijk
handelende bestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden
gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een
volmacht is verleend kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt of
aan voorwaarden worden gebonden.
5. Personen aan wie op grond van hetzij deze statuten, hetzij een volmacht
vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit
dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de
desbetreffende rechtshandeling is besloten.
Artikel 11
Commissies
1. Het bestuur en de algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke
commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te
schorsen en te ontslaan.
2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de
statuten of een reglement is geregeld, worden deze vastgesteld door het bestuur
onderscheidenlijk de algemene vergadering. Een commissie is verantwoording
verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
3. Tenzij in de statuten of een reglement anders is bepaald of bij besluit anders wordt
besloten, bestaat een commissie uit drie leden. De leden van een permanente
commissie worden telkens benoemd voor de duur van drie jaar en kunnen
aansluitend tweemaal voor een zelfde periode worden herbenoemd. De leden van
een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie
verstrekte opdracht.
4. Tenzij anders is bepaald of besloten, wordt de voorzitter van een commissie in
functie gekozen. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de
overige functies.
5. De kascommissie bestaat uit twee leden, die door de algemene vergadering
jaarlijks worden benoemd. De kascommissie is belast met het onderzoek als
vermeld in artikel 19. Het lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar
met het lidmaatschap van het bestuur.
6. De kascommissie kan, wanneer haar onderzoek bijzondere boekhoudkundige
kennis vereist, zich voor rekening van de vereniging door een deskundige doen
bijstaan. De kascommissie overlegt vooraf met het bestuur over de daaraan
verbonden kosten. Bereiken zij hierover geen overeenstemming dan beslist de
algemene vergadering.
Artikel 12
Algemene vergadering
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die
niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen van de algemene
vergadering.
3. De algemene vergadering bestaat uit alle leden van de vereniging.
4. Leden die niet geschorst zijn, hebben toegang tot de vergadering van de
algemene vergadering en zijn stemgerechtigd.
5. De algemene vergadering benoemt voor de vereniging de leden die de vereniging
in de regiovergadering van de KNHS vertegenwoordigen. Het aantal door de
vereniging te benoemen ledenraadsleden wordt bepaald in de statuten of
reglementen van de KNHS.
6. Het bestuur en ten minste drie leden kunnen kandidaten stellen voor de in lid 5
bedoelde afgevaardigde(n) en vertegenwoordiger(s).
7. Van het verhandelde tijdens de algemene vergadering worden door een door het
bestuur aangewezen persoon notulen gemaakt die op de volgende algemene
vergadering worden vastgesteld.
Artikel 13
Bijeenroeping algemene vergadering
1. Jaarlijks worden ten minste twee vergaderingen van de algemene vergadering
gehouden:
a. de voorjaarsvergadering welke uiterlijk dertig juni wordt gehouden;
b. de najaarsvergadering welke uiterlijk één december wordt gehouden.
De bijeenroeping gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen of
door een schriftelijke oproep aan de leden.
2. De termijn van oproeping bedraagt ten minste drie weken. Het bestuur kan in
bijzondere gevallen de termijn van oproeping bekorten.
3. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit
nodig acht.
4. Voorts wordt een buitengewone algemene vergadering gehouden indien ten
minste zoveel leden als bevoegd zijn tot het doen uitbrengen van een tiende
gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering het bestuur daarom
verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp,
voorzien van een toelichting. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen aan het
verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een algemene vergadering
bijeen te roepen, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de
wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in
een landelijk veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan
bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het
opstellen van de notulen.
5. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bestuur waar en
wanneer een vergadering van de algemene vergadering wordt gehouden.
Artikel 14
Toegang algemene vergadering
1. Toegang tot de openbare vergadering van de algemene vergadering hebben:
a. de leden;
b. degenen die door het bestuur of door de algemene vergadering zijn
toegelaten.
2. Leden die geschorst zijn hebben geen toegang tot de algemene vergadering.
3. Vergaderingen van de algemene vergadering zijn openbaar. De algemene
vergadering gaat in een besloten vergadering over indien de voorzitter, het bestuur
of ten minste tien leden hierom verzoeken. Tot een besloten vergadering hebben
toegang alle niet-geschorste leden en degenen die door de algemene vergadering
worden toegelaten.
4. De algemene vergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot
het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten
vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval dan wordt de vergadering in het
openbaar voortgezet.
5. Over wat in een besloten vergadering is behandeld kan geheimhouding worden
opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Artikel 15
Agenda
1. De agenda van de algemene vergadering wordt ten minste drie weken voor de dag
van de algemene vergadering ter kennis van de leden gebracht door publicatie in
de officiële mededelingen of door toezending aan de leden.
2. De agenda van de voorjaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. de notulen van de vorige vergadering van de algemene vergadering;
b. het jaarverslag van het bestuur;
c. het financieel verslag van het bestuur;
d. de verklaring van de kascommissie;
e. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het
afgelopen boekjaar;
f. het benoemen van een afgevaardigde naar de regiovergadering van de regio
van de KNHS;
g. de rondvraag.
3. De agenda van de najaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. de notulen van de vorige vergadering van de algemene vergadering;
b. het vaststellen van contributies en andere bijdragen;
c. het vaststellen van de begroting voor het volgend boekjaar;
d. de rondvraag.
4. Uiterlijk twee weken voor de dag van de vergadering van de algemene
vergadering kunnen ten minste drie leden voorstellen aan de agenda toevoegen.
5. Het bestuur is bevoegd later ingekomen voorstellen, alsmede eigen voorstellen
alsnog op de agenda te plaatsen.
6. De algemene vergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in
de agenda zijn vermeld, tenzij de algemene vergadering bij meerderheid anders
beslist.
Artikel 16
Besluiten
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de vereniging
worden genomen. Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de
algemene vergadering.
2. De voorzitter van een orgaan of commissie leidt de vergadering. De voorzitter stelt
daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering
daarin wijziging te brengen.
3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in
vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte
geldige stemmen. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de
door stemgerechtigde leden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar
boven. Indien stemmen staken is geen meerderheid behaald.
4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht namens een geschorst lid, en voorts
wanneer schriftelijk is gestemd blanco stemmen en stemmen die een andere
aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
5. Tenzij in de statuten anders is bepaald, brengt ieder lid in de desbetreffende
vergadering één stem uit. Ieder lid kan één ander lid schriftelijk een volmacht
verlenen om namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een
stemgerechtigd lid kan slechts door één ander stemgerechtigd lid worden
gemachtigd.
6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De
stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In
beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze
van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een lid een
schriftelijke stemming verlangt.
7. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste
stemming een twee derden meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming
gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het op één na
hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de
stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat
die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt, of door
loting na een derde stemming is aangewezen.
8. Indien bij een stemming over personen er slechts één kandidaat is, wordt over die
kandidaat gestemd en is deze benoemd indien bij de stemming de gewone
meerderheid wordt behaald.
9. Bij een schriftelijke stemming benoemt de voorzitter een stembureau van drie
leden, die geen bestuurslid mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid
van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
10. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is
beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover
werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na
het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan
wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming
plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of - wanneer de
oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde - een
stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de
rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Artikel 17
Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten
1. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig,
tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door
de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan
een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die
ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld,
dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de
ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de
wederpartij tot wie het was gericht.
4. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet over de
mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen
van het besluit regelen;
b. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid;
c. wegens strijd met een reglement.
5. Tot de in lid 4 bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften
bevatten, waarop in lid 2 wordt gedoeld.
6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na
het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is
gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of
daarvan is verwittigd.
7. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 4 onder a., kan
door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden
dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk
zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is. Indien de vordering wordt
toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere
besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.
Artikel 18
Boekhouding en financiën
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: contributies, heffingen, bijdragen
en andere inkomsten. Erfenissen kunnen slechts worden aanvaard na
boedelbeschrijving.
3. De algemene vergadering stelt de contributies vast. De leden zijn gehouden tot
betaling van de vastgestelde contributie, heffingen en andere bijdragen. Ereleden
zijn vrijgesteld van het betalen van contributie.
Artikel 19
Rekening en verantwoording
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles
betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien
uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te
bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen
worden gekend.
2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar
de balans en de staat van baten en lasten van de vereniging te maken en op
papier te stellen.
3. Het bestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te
houden algemene vergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de
vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en
lasten met een toelichting ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
Deze stukken worden ondertekend door alle bestuursleden. Heeft een bestuurslid
de stukken niet ondertekend dan wordt daarvan onder opgave van de redenen
melding gemaakt.
4. De algemene vergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen door het
stellen van een nieuwe termijn. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde
termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij
hun verplichtingen nakomen.
5. De controle op de in lid 3 genoemde stukken geschiedt jaarlijks door de door de
algemene vergadering benoemde kascommissie. Het bestuur is verplicht de
kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde
inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de
boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor
raadpleging beschikbaar te stellen.
6. Goedkeuring door de algemene vergadering van de balans en de staat van lasten
met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de verklaring van de
kascommissie. Goedkeuring strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen
die uit die stukken blijken.
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier
worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd
kunnen - met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten
en lasten - de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere
gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de
gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens
geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar
moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
8. Het bestuur is verplicht de in lid 1 en 3 bedoelde boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
9. De verplichting tot het bewaren van de boeken, bescheiden en gegevensdragers
geldt ook na ontbinding van de vereniging gedurende een termijn van zeven jaren
na de datum waarop de vereniging heeft opgehouden te bestaan.
Artikel 20
Reglementen
1. De organisatie van de vereniging en ook de taken en bevoegdheden van haar
organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen, die niet
in strijd met de statuten mogen zijn.
2. De algemene vergadering stelt de reglementen vast en wijzigt deze.
3. Reglementen worden met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door
de algemene vergadering. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen
treden in werking op de dag dat de vaststelling van het reglement of van de
wijziging aan de leden bekend wordt gemaakt, tenzij de algemene vergadering een
andere datum vaststelt.
4. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
Artikel 21
Wijziging van statuten
1. In de statuten van de vereniging kan geen wijziging worden gebracht dan door een
besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling
dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. Een statutenwijziging
mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen van de KNHS en van de
desbetreffende regiovereniging van de KNHS.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel
tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten uiterlijk drie weken vóór de algemene
vergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging
woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter
inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de algemene vergadering wordt
gehouden.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts op een algemene vergadering
met ten minste twee derden van de uitgebrachte geldige stemmen worden
genomen.
4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing indien in de algemene
vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot
statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
5. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële
akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid
bevoegd, dat bevoegd is de vereniging te vertegenwoordigen. Het bestuur doet
van deze laatste datum mededeling aan de leden in de officiële mededelingen.
6. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en
van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister,
waarin de vereniging is ingeschreven.
Artikel 22
Ontbinding en vereffening
1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan alleen worden genomen in een
daartoe speciaal te houden algemene vergadering. Het bepaalde in artikel 21 is
van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten,
treden de bestuursleden als vereffenaar op, tenzij de algemene vergadering de
vereffening aan een derde opdraagt. De te benoemen vereffenaars behoeven de
voorafgaande goedkeuring van het Federatiebestuur.
3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit voor de
vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de
bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en
aankondigingen die van de vereniging uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd "in
liquidatie".
4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden
van de vereniging zal bewaren tot zeven jaar na afloop der vereffening. De
algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen.
5. Tenzij de algemene vergadering anders beslist, vervalt het batig saldo aan een
vereniging met een overeenstemmend doel of anders aan de KNHS.